21 Oktober t/m 1 November 1999

Op deze pagina vind je een verslag van de vakantie die we in 1999 hebben gemaakt naar Gambia. Ciska, onze dochter die toen inmiddels ruim een half jaar oud was, is niet meegeweest. Zij heeft die dagen bij haar grootouders gelogeerd. We wilden na alles met Ciska van de afgelopen maanden wel weer eens rustig samen weg. Maar ook wilden we Ciska op die jonge leeftijd nog niet blootstellen aan allerlei inentingen en het slikken van malariatabletten.

Voorbereiding

Op een gegeven moment had Hilleke een vakantiefolder van het postkantoor meegenomen en daarin stond een reis naar Gambia. Het leek haar wel leuk om daar samen een paar dagen naar toe te gaan. Er stond een keus uit diverse hotels en het 'Safari Garden' hotel zag er zo op de folder wel leuk uit. De standaard reisduur vanuit Nederland is altijd een veelvoud van een week. Wij vonden 1 week te kort, maar 2 weken te lang. Na wat rondzoeken op het internet bleek dat Sabena (ja, die bestond toen nog) een aantal maal per week vanaf Brussel naar Banjul, de hoofdstad van Gambia, vloog met een tussenlanding in Dakar, Senegal. Bij het reisbureau in Strijen de vlucht geboekt en middels e-mails en faxen een kamer gereserveerd in het 'Safari Garden' hotel, 3 nachten bij aankomst en nog 1 nacht voor vertrek. We wilden namelijk ook nog wat meer van Gambia zien dan alleen de kust en de overige nachten zouden we terplekke regelen.

De Heenreis

Op de ochtend van de 21e oktober zijn we 3 keer door de wekker heen geslapen, om 5 uur werden we pas wakker. We moesten ons dus nog haastten. Eerst naar Heinenoord om Theo te halen die de auto zou terug rijden en om vervolgens laagvliegend naar Schiphol te racen waar we om kwart over 6 aankwamen. We vlogen namenlijk vanaf Schiphol naar Brussel. Dat was 300 gulden per ticket goedkoper, terwijl we een vlucht Amsterdam - Brussel extra hadden, vliegprijzen blijven onbegrijpelijk. Na een onstellend kort vluchtje, met een vertraging van zo'n 3 kwartier, landden we in Brussel waar we nog zo'n 3 uur over hadden voordat onze vlucht naar Banjul vertrok. Ook die vlucht had vertraging en we hebben wat over Zaventem gedwaald. Even na één uur vertrokken we dan eindelijk. Om +/- half 5 lokale tijd (het is in West-Afrika 2 uur vroeger dan in Nederland) landden we in Dakar, hier stapten de meeste passagiers uit. Na ongeveer een uur vertrokken we voor het laatste stukje naar Banjul, een afstand nog korter dan Amsterdam - Brussel, een vluchtje van slechts 20 minuten. Vanaf het vliegveld zijn we met een taxi naar ons hotel gegaan waar we om half acht aankwamen, het was inmiddels al donker.

Kaart van Gambia
Kaart van Gambia

Het Safari Garden Hotel

De kamer zag er netjes uit, niet groot, maar voldoende ruimte en met een ruime douche. Er was helaas alleen geen fan of airco en het was benauwend warm, maar gelukkig konden ze ons bij de receptie aan een ventilator helpen. Het hotel heeft zo'n 20 kamers in een aantal gebouwen rondom een zwembad. Volgens de Lonely Planet reisgids, het kleinste maar tevens schoonste zwembad van heel Gambia. De volgende morgen hebben we Geri ontmoet, de eigenaresse van het hotel. Een hele aardige engelse dame, zij was ook degene waarmee we tijdens de voorbereiding van deze reis de emails en faxen hebben uitgewisseld. Deze tweede dag verder weinig gedaan, alleen lekker gerelaxed bij het zwembad, onder de bamboe in de schaduw gezeten, wat gedronken en gezwommen. Verder werden we nog aangesproken door twee Gambiaanse jongens die vroegen of we de volgende dag met hen naar een krokodillen vijver wilden gaan, op slechts 5 minuten lopen van het hotel. We hebben voor de volgende dag om 10 uur afgesproken. 's Avonds werd er door het hotel een BBQ georganiseerd waar we heerlijk hebben gegeten, het bleek dat het hotel 1 keer per week een dergelijke BBQ organiseert.

Ingang Safari Garden hotel
Zwembad Safari Garden hotel

Katchikally krokodillen vijver

Om kwart over 10 de volgende dag vertrokken we voor onze wandeltocht naar de krokodillen vijver. Dat het geen vijf minuten zou worden hadden we zelf al wel bedacht, we hadden zelf het idee dat het zo'n 15 á 20 minuten lopen zou zijn, maar we hadden werkelijk geen idee. Iedere keer als we hen vroeger hoe lang het nog was kregen we als antwoord: "Oh, only five minutes". En een andere keer zeiden ze: "You see that tree overthere, it's behind that tree". En inderdaad, we moesten langs de boom, maar toen waren we er nog lang niet. Het werden uiteindelijk 50 minuten lopen door de brandende zon. Toen we er rond 11 uur aankwamen hebben we eerst uitgerust en gedronken, het zweet liep in straaltjes van ons af. Vervolgens hebben we de krokodillen bekeken. Old Charley, de verstoten krokodil, hebben we ook gezien en zelfs geaaid. De huid van zo'n krokodil voelt aan als zacht rubber. Na het bezoek aan de vijver hebben we wat door Bakau gelopen, de plaats waar de vijver ligt. Er wordt daar ook aan houtbewerking gedaan en we hebben er wat houten maskers gekocht. De markt hebben we ook bewonderd en vandaar zijn we met een taxi terug gegaan naar het hotel, we hadden geen zin meer om dat hele eind ook weer terug te lopen. Terug bij het hotel hebben we de jongens wat gegeven voor hun begeleiding en afscheid van hen genomen. De rest van de dag hebben we niets anders meer gedaan dan luieren rond het zwembad met wat hapjes en drankjes.

Katchikally krokodillen vijver

Bijilo Forest Park

Zondag de 24e zijn we met een ander nederlands stel, Joan en Robin, naar het Bijilo Forest Park gegaan. Op aanraden van Geri zijn we langs het strand gelopen. De zee was erg ruw, het was springtij geweest de afgelopen nacht, en hele stukken strand waren weggeslagen. Hierdoor moesten we op bepaalde plaatsen door het het water lopen, op een gegeven moment kwam er een hoge golf waarvoor we niet meer konden uitwijken en waren we nat tot boven onze knieën, onze wandelschoenen stonden direct vol water. Even verder volgde nog zo'n doorwaadbare plaats, maar dat hebben we toch maar niet nog eens geprobeerd. Een jongen wees ons een omweg via een brug. Na een lange wandeling kwamen we dan eindelijk bij het park aan, het was verschrikkelijk heet en we zweten enorm. Na eerst wat te hebben gedronken zijn we op eigen gelegenheid het park gaan verkennen. Als snel werden we vergezeld door een klein mannetje die de rest van onze wandeling bij ons bleef. Hij hoopte daardoor ongetwijfeld aan het einde van de wandeling geld van ons te krijgen voor zijn bewezen diensten als gids. Dat zullen we dan nog wel een zien. We hebben maar weinig vogels gezien, wel gehoord. Die beesten laten zich zo op het heetst van de dag natuurlijk niet zien. Wat we wel gezien hebben zijn apen en ook liet onze nieuwe gids ons nog wat spinnen en termieten zien. Een aantal van die termieten heuvels waren behoorlijk groot, sommige wel bijna 2 meter. Ook liet hij ons een vijver zien waar leguanen zouden moeten zitten, maar ook die hielden zich angstvallig voor ons verborgen. Na een uurtje hadden we het wel gezien, het was veel te warm om hier rond te lopen en zijn we bij het Kairaba Club hotel tegenover het park wat gaan drinken. Vervolgens zijn we met een taxi terug gegaan naar het Safari Garden hotel en daar hebben we onze schoenen, die nog steeds nat waren van ons strand avontuur, te drogen gelegd. De rest van de dag wederom luierend rond en in het zwembad doorgebracht onder het genot van diverse hapjes en drankjes. 's Avonds samen met Joan en Robin gedineerd, het is hun laatste avond hier, morgen gaan ze weer terug naar Nederland. En omdat het ons uitstekend bevalt in dit hotel hebben we besloten om hier nog een nacht te blijven en om dan dinsdag naar Georgetown, op Mc Carthy Island in de Gambia rivier, te vertrekken voor onze tocht om ook een deel van het binnenland van Gambia te ontdekken.

'la dolce far niente', zalig nietsdoen

Een dag helemaal niets doen in de hitte van Gambia is ook wel eens lekker. De voorgaande dagen zaten we alleen in de middag rond het zwembad na een meestal vermoeiende en warme ochtend. Deze dag besloten we om maar de hele dag niets te doen. Alleen luieren rond het zwembad met zo af en toe een duik erin. Wel nog de was bij de receptie afgegeven zodat we morgen met schone kleding aan onze tocht naar de binnenlanden van Gambia kunnen beginnen. Via het hotel hebben we ook twee overnachtingen geregeld in het 'Bird Safari Camp' in Georgetown. Dit is een zusterhotel van het Safari Garden hotel. Helaas geen drie nachten zoals we wilden want die laatste nacht zaten ze al vol. Maar we zullen wel proberen om ter plekke in Georgetown nog een nacht in een ander hotel te regelen.

Verder hebben we ook de rekening voor deze eerste dagen betaald, in totaal zo'n D 3250,= (Fl 650,= / € 300,=). We wilden met een creditcard betalen, maar ze rekenden 6% extra bij betaling met een creditcard. Dat vonden we toch wat erg veel, dus hebben we uiteindelijk gewoon contant met nederlands geld 650 gulden afgerekend. 's Avonds de spullen ingepakt voor de onze trip naar de binnenlanden. Omdat we maar een paar dagen weg zijn en daarna hier weer terug komen nemen we onze grote rugzakken niet mee, alle spullen laden we in onze dagrugzakken.

Op naar Georgetown

We zijn op dinsdag de 26e 's ochtends met een taxi naar het hoofd busstation in Serekunda gereden. De chauffeur vroeg zich af waarom we met de bus naar Georgetown gingen en niet met een taxi. Het comfort van de bus is echter veel beter, zeker als je met de 'Super Express' gaat. Een bus met airco en TV. Een kaartje tot Georgetown kost D 82,= pp plus D 5,= per stuk bagage. Ze moeten in dit land ook voor alles geld hebben. In de bus zochten we een plaatsje aan de linkerkant in het midden. Links omdat je dan niet aan de zonkant zit en in het midden om het minste last te hebben van het hobbelige wegdek. De bus vertrok om 8:30 en ging eerst naar Banjul, om ongeveer 9:30 waren we weer terug op het hoofd busstation in Serekunda. Op aanraden van Geri hadden we de vroege start genomen omdat het kan gebeuren dat de bus al vol is als hij voor de tweede keer langskomt. Nu was dat echter niet zo, integendeel er zaten maar een paar mensen in de bus, maar dat kun je van te voren ook niet weten. De busrit naar Georgetown schoot lekker, omdat het een express bus is stopt hij alleen in een paar grote plaatsen. Ook de toestand van het wegdek viel alles mee, we hadden een hobbelige rit verwacht, maar integendeel. Zeker toen we de plaats Soma voorbij waren was het wegdek erg goed en schoten we pas echt goed op. Even voor 16:00 waren we bij de ferry naar Mc Carthy Island. Terwijl we op de pont stonden te wachten hebben we wat te drinken gekocht bij het stalletje ter plekke. De overtocht met de pont duurde niet zo lang. Aan de overkant stond echter niemand ons op te wachten zoals ons was toegezegd. We hebben op een bankje in de schaduw gewacht tot er iemand van het hotel met een auto kwam om ons op te halen. Dit duurde zo'n drie kwartier.

Bird Safari Camp

We reden eerst naar het kantoortje van het Bird Safari Camp in de stad voor de inschrijving en vandaar gingen we verder naar een aanlegsteiger vanwaar we met de boot van het BSC, de 'Safari Queen', verder gingen. Na een kort tochtje kwamen we bij het BSC aan, allemaal hutjes in een mooie tuin. De spullen hebben we onze hut gesmeten waar het erg donker en warm was. We zijn er snel weer uitgegaan en hebben bij de jetty wat met Steve, de eigenaar, zitten praten. Er is pas vanaf 19:00 stroom omdat die hier terplekke met een generator wordt opgewekt. Om 7 uur zijn we naar onze hut gegaan om te douchen en de fan aan te zetten. Tegelijk met ons was er ook nog een nederlandse filmploeg aangekomen voor het AVRO TV programma 'Alle dieren tellen mee'. Ze gingen opnamen maken van de chimpansees op Baboon Island. Wij en de filmploeg waren de enige gasten in het BSC. Om 8 uur werden we geroepen voor het eten, heerlijk gegeten en daarna nog wat gezeten in het gezellige restaurant en daarna naar bed. Een geluk voor ons was dat de filmploeg niet wilde dat om middernacht de generator uit ging, zij betaalden Steve voor de benzine om de generator de hele nacht te laten lopen. Hierdoor kon ook bij ons de fan de hele nacht blijven draaien. Door het BSC worden ook vogel safari's georganiseerd in de vroege ochtend. De volgende ochtend zouden we gelijk zo'n zoektocht gaan doen. We moesten er wel vroeg voor op, om 6:30 al. De tocht duurde van 7 tot 8 uur waarbij we heel wat vogeltjes hebben gezien. Even na acht uur waren we weer terug bij het BSC voor het ontbijt. Met de filmploeg hadden we geregeld dat we konden meerijden naar Georgetown in hun busje. Vandaar zouden we vanaf het kantoortje van het BSC met een taxi naar de steencirkels van Wasu gaan. De taxichauffeur was dezelfde als die ons gisteren bij de ferry had opgepikt.

Hutje Bird Safari Camp

Village weaver

Wasu steencirkels

Om ongeveer 10 uur vertrokken we met de taxi, we gingen eerst naar de ferry die ons naar de noordoever van de Gambia rivier zou brengen. Aan de overkant van de rivier was de conditie van de weg erg slecht, veel kuilen waarvan sommige nog vol met water stonden zodat niet te zien was hoe diep ze waren. Mussa, de chauffeur, zei dat hij hier al een lange tijd niet meer was geweest en dat hij, als hij had geweten dat de weg zo slecht was, niet was weggegaan. Tegen 11:30 hadden we de 25 km naar Wasu afgelegd. Hier geen bussen vol met toeristen, we waren de enige en hadden de hele site voor ons zelf. De stenen staan in cirkels opgesteld en waarschijnlijk zijn het graven. Ze dateren ergens uit 500 tot 1000 n.Chr. Op meerdere plaatsen in Gambia en ook in Senegal zijn dergelijke steencirkels gevonden. De preciese oorsprong en functie van de steencirkels is tot nu toe nog niet geheel bekend. Na een uur hier te hebben rondgelopen zijn we weer terug gegaan. Mussa was weer uitgerust want hij was erg moe geworden van het inspannende rijden tijdens de heenreis. En nu moest hij dezelfde weg weer terug. Onderweg zei hij maar steeds dat hij erg moe was en dat hij, zodra hij thuis was, direct ging slapen. Bij het kantoortje van het BSC heeft hij ons weer afgezet.

Wasu steencirkels

Georgetown (Janjanbureh)

De rest van de middag hebben we Georgetown bekeken dat tegenwoordig eigenlijk Janjanbureh heet. We zijn begonnen om bij een restaurantje wat te eten. We hebben erg lang op onze Domoda moeten wachten en toen we het eindelijk kregen was het nog niet te eten ook. Vervolgens zijn we naar de slavenhuizen gelopen om deze te bekijken. Veel van de slaven zijn vroeger vanuit Georgetown verscheept naar Amerika. We hebben in de kerkers gekeken waar de meest criminele slaven onder erbarmelijke omstandigheden zaten opgesloten. Verder is er weinig bijzonders te beleven in Georgetown zelf, maar gewoon het lopen door de straatjes en het doen van laten van de bevolking gadeslaan biedt ook al heel wat afleiding. Na deze bezichting zijn we op ons gemak terug gewandeld naar het BSC, een wandeling van ongeveer een uur. In het BSC een douche genomen en gegeten en vervolgens nog wat gedronken en met de mensen van de filmploeg gesproken. Als we wilden weten wanneer het programma zou worden uitgezonden moesten we in het begin van het volgende jaar de AVRO maar bellen. Dit hebben we destijds een aantal maal gedaan, maar we zijn er nooit achter gekomen wanneer het is uitgezonden en we hebben het dus ook nooit gezien.

Ook deze nacht betaalde de filmploeg weer om de generator te laten lopen, dus ook onze ventilator kon de hele nacht blijven draaien.

Per bushtaxi naar Basse Santa Su

Omdat we geen derde nacht in het BSC konden verblijven hebben we besloten om de derde nacht in een hotel in Basse Santa Su door te brengen. Op één dag heen en weer naar Basse is ook wel een hele onderneming. Dus gingen we op donderdag de 28e richting Basse. Ook deze morgen konden we met het busje van de filmploeg meerijden, zelfs helemaal tot aan de ferry aan de zuidkant van Mc Carthy Island. Aan de overkant zouden we dan met een bushtaxi verder gaan naar Basse. Bushtaxis zijn minibusjes die pas vertrekken als ze helemaal vol zijn. Gelukkig stond er aan de overkant al een volle bushtaxi te wachten, wij konden er met onze bagage nog net worden bijgepropt. Na diverse stops in allerlei onoogelijke dorpjes waar iedere keer weer mensen uit en in moesten stappen kwamen we aan in Bansang, het busje ging niet verder en we moesten overstappen op een andere bushtaxi. Ook hier hetzelfde verhaal, hij vertrekt pas als hij vol is. Gelukkig hoefden we niet lang te wachten. Het ene moment zit zo'n busje tjokvol zodat je zowat bij elkaar op schoot moet zitten, het volgende moment is het busje leeg en heb je alle ruimte. Sommige mensen nemen soms zoveel bagage mee dat alles op het dak moet worden geladen, wat soms afgeladen vol ligt met van alles en nog wat. Gelukkig kwam er niemand met een geit of zo, want dat schijnt ook nog wel eens voor te komen. Uiteindelijk kwamen we rond een uur of twaalf in Basse aan waar het verstikkend heet was. Het hotel, het Jem Hotel, hadden we al van te voren besproken vanuit het BSC kantoortje in Georgetown. We werden welkom geheten door de eigenaresse. De kamer was ruim en schoon, maar het stelde verder weinig voor. Er was wel een toilet en een douche. Na wat te hebben uitgerust zijn we Basse gaan verkennen.

Basse Santa Su

Als eerste zijn we naar 'Traditions' gelopen. Dit is een oud koloniaal pakhuis wat is omgebouwd tot een restaurant, boekwinkel, museum en cultureel centrum. Dit pand staat aan het water vanwaar je heerlijk in de schaduw en met een verkoelend windje alle bedrijvigheid op en langs het water kan gadeslaan. En onder het genot van een hapje en een drankje kun je hier heerlijk vertoeven.

Oversteken van de rivier gezien vanaf 'Traditions'
De was wordt gedaan in de Gambia rivier

De markt van Basse was ons volgende doel. Volgens de Lonely Planet gids is de markt het boeiends op donderdag, maar wij vonden de markt nogal tegenvallen. Hilleke heeft er na lang afdingen een kleed gekocht bij een handelaar uit Senegal die alleen Frans sprak en praktisch geen Engels. Dit maakte het afdingen tot een boeiend spektakel. Na een uurtje rondlopen over de markt met vaak ergens stoppen om wat te drinken zijn we weer terug gelopen naar Traditions. Daar is het toch wel erg goed toeven.

Deel van de markt in Basse

We hebben er op de bovenste veranda gezeten en wederom genoten van de omgeving en de verkoelende bries. In het winkeltje heeft Hilleke voor zichzelf een zilveren armband gekocht en een verkleinde uitvoering ervan voor Ciska. Na een hapje en een drankje zijn we teruggelopen naar het hotel waar we voor het avondeten hebben gereserveerd om 19:30. Op de kamer eerst een douche genomen. Er was geen warm water, maar het koude water is hier door de buiten temperatuur gewoon lauw dus dat was niet echt een probleem. Totdat we gingen eten zijn we op onze, enigszins koele, kamer gebleven en wat gelezen over Basse en omgeving. We waren de enigen in het restaurant. Rond alle lampen die aan waren zwermden enorme hoeveelheden insecten, groot en klein. Gelukkig was de lamp boven onze tafel niet aan, maar we hadden toch nog behoorlijk veel last van allerlei insecten. Het eten stelde weinig voor, kip met patat en groente. Na het eten zijn we terug gegaan naar onze kamer met medeneming van een fles drinken. We hadden geen zin om Basse in het donker te verkennen. Zo na de regentijd zijn veel straten veranderd in modderige paden en we hadden weinig zin in een onverwacht modderbad. Tijdens onze middagwandeling hadden we ook al een vrachtwagen zien wegzakken in de modder en Hilleke was toen ook al een keer uitgegleden.

Terug naar Fajara

Na een nacht slecht geslapen te hebben, hebben we gedouched en onze spullen ingepakt. Ook het ontbijt was weinig bijzonders, stokbrood met jam. Na het ontbijt hebben we afscheid genomen van de eigenaresse en zijn we naar de bushalte gelopen. We gaan weer met de 'Super Express' in één ruk terug naar Serekunda zonder ergens uit te stappen. De bus stond er al, maar hij zou pas om 9:30 vertrekken dus we hadden nog een uur om wat in de omgeving rond te lopen. Bij een winkeltje hebben we wat kaas en drinken gekocht voor onderweg. Terug bij de bus een plaatsje gezocht, nu aan de rechterkant in het midden. Even na 9:30 vertrokken we. Het schoot lekker op, de weg is ook hier niet zo slecht. Na 1.5 uur waren we alweer bij de ferry naar Georgetown en vandaar door naar Soma voor de lange stop. In de bus is een TV en video aanwezig. Tijdens de rit worden daar wat films op vertoond. Soms een gewone Hollywood film in het engels zodat we hem kunnen volgen. Soms één of andere Gambiaanse soap serie in een voor ons onbegrijpelijke taal. De andere passagiers moesten daar soms vreselijk om lachen terwijl wij geen enkel idee hadden waar het over ging. Aangekomen bij het busstation in Soma zaten daar erg veel gieren, allemaal wachtend op afval van de reizigers. In 1 boom zaten er wel tientallen en ook op de grond liepen er erg veel. Als je buiten de bus liep moest je erg opletten om niet gepikt te worden door één van die vogels. Ook liepen er geiten en schapen rond over het terrein. Vanaf Soma was de weg weer veel slechter. Toch vreemd, je zou verwachten dat in het westerse, meer toeristische deel van Gambia de wegen beter zouden zijn dan in het oostelijke deel van het land. Ergens in Serekunda werden we uit de bus gezet, niet op dezelfde plaats als waar we dinsdag waren ingestapt. Met een taxi zijn we vanaf het busstation naar het Safari Garden hotel gereden. Daar werden we hartelijk verwelkomd. Nadat we ons in onze kamer hadden ge-installeerd, hebben we de rest van de dag niets meer gedaan. Alleen uiteraard de gebruikelijke duik in het zwembad en het genieten van alles wat de keuken hier te bieden heeft.

Gieren in Soma

Tanji

Zaterdag 30 oktober, we wilden vroeg op staan, rond 7:30, om een bezoek te brengen aan Tanji. Het opstaan wilde echter niet erg lukken en het werd na 9 uur. Na het ontbijt zijn we naar het Fajara hotel gelopen om vandaar met een taxi naar Tanji te gaan. Van het hotel had men ons aangeraden om naar een zeker mijnheer Bacari te vragen als taxichauffeur. Die was echter niet aanwezig, dus hebben we maar een ander genomen. De weg naar Tanji verkeerde in een erg slechte staat. Na een hobbelige en warme rit kwamen we in Tanji aan. We wilden als eerste naar het 'Tanji Village Museum', de chauffeur had echter geen idee waar het was en moest een aantal maal de weg vragen. Uiteindelijk zijn we er toch gekomen, als eerste op het terras wat gedronken. Het museum bestaat uit een hoofdgebouw met daarin diverse vitrines met onder andere medicijnen, kleurstoffen, insecten etc. Buiten het hoofdgebouw is er een soort openlucht museum met daarin allerlei hutjes die je ook in een traditionele Gambiaanse compound kan aantreffen. De hutjes welke je hier ondermeer kan aantreffen zijn de hut van het familiehoofd, de jonge mannen hut en de vrouwen hut. Verder zijn er ook nog een hondenhok en een kippenhok. Ook staan er op het terrein een aantal van dergelijke hutjes voor toeristen waar je eventueel kan overnachten voor de 'Real Gambia Experience :-)'. Daarnaast is er ook nog een kleine 'Nature Trail', waarbij je langs diverse bomen en planten loopt en waarbij bij iedere boom en plant wat uitleg wordt gegeven. Na alles te hebben bekeken hebben we op het terras nog wat gedronken en vervolgens zijn we met onze taxi naar het dorpje Tanji zelf gereden. Dit is een klein vissersdorpje en het stonk er verschrikkelijk naar vis. We hebben wat over het strand gelopen en het alledaagse leven van een vissersfamilie in Gambia gadegeslagen. We werden direct door een hele horde kleine kinderen aangevallen die direct van alles van ons wilden hebben, snoep, geld etc. Daar zijn we maar niet aan begonnen, want dan kun je wel bezig blijven. Voor je het weet staat er een heel dorp om je heen. Vervolgens zijn we met de taxi weer terug gereden naar Fajara om daar de rest van de dag weer luierend door te brengen.

Tanji Village Museum

Bootjes op het strand bij Tanji

Banjul

De hoofdstad van Gambia is Banjul en daar waren we tot op heden nog niet geweest, behalve dan het korte stukje tijdens onze detour met de bus toen we naar Georgetown gingen. Dus zondag de 31e, de laatste dag van onze vakantie, hebben we een bezoek gebracht aan Banjul. We zijn ook nu weer met de taxi gegaan. Nu bleek Bacari wel bij het Fajara hotel te staan en het speet hem enorm dat hij er gisteren niet kon zijn. We zijn dan nu wel met hem naar Banjul geweest. Zijn taxi zag er goed onderhouden en schoon uit, dit in tegenstelling tot de meeste auto's hier wat in het algemeen afdankertjes - afgekeurde - auto's uit Europa zijn. Je zag inderdaad zo hier en daar nog wel eens een europees, ook nederlands, nummerbord. In Banjul zijn we begonnen met een bezoek aan Arch 22. Dit is een grote poort gebouwd ter ere van de militaire coup van 22 juli 1994. De poort kan worden beklommen (er is ook een lift) en vanaf boven heb je een grandioos uitzicht over de stad en omgeving. Tevens is er ook een restaurantje en een bar waar je wat kan drinken terwijl je van het uitzicht geniet. Een bezoek aan de levendige Albert market in Banjul stond daarna op het programma. Het is erg gezellig om een tijd over deze markt rond te lopen en het drukke gedoe te observeren. Hilleke wilde nog steeds een grote houten giraffe kopen. Maar de hele grote, tot wel bijna 2 meter hoog, vielen buiten het budget en we zagen ons als met zo'n ding sjouwen. Het is uiteindelijk een kleintje van ongeveer een halve meter hoog geworden. Verder ook nog wat ander houtsnijwerk aangeschaft. Voor wat betreft souveniers kun je in Gambia je hart ophalen, er zijn heel veel mooie dingen te koop en als je niet oppast geef je daar zo een vermogen aan uit. Bacari, onze chauffeur, bracht steeds alles naar de auto zodat we niet met alles hoefden te blijven slepen. Na nog wat op een terrasje te hebben gedronken zijn we weer terug gegaan naar het hotel. Met Bacari hebben we afgesproken dat hij ons vanavond komt halen om ons naar het vliegveld te rijden.

Terug in het hotel nog wat gezwommen en daarna gedouched en onze spullen gepakt. Terwijl Arjan ingezeept en wel onder de douche stond viel de stroom uit en dus werkte ook de waterpomp niet meer. Toen dat even bleef duren had hij zoiets van: 'Ik spring zo ingezeept in het zwembad als het water niet gauw terugkomt!'. Maar gelukkig werd even later de generator gestart zodat dat probleem ook weer was opgelost. Na nog wat te hebben gegeten en afgerekend zijn we met Bacari naar het vliegveld gereden.

Terug naar Nederland

Bij het inchecken gevraagd of de giraffe, die goed in krantenpapier was verpakt, mee mocht als handbagage. In eerste instantie mocht dat niet, maar na wat aandringen kregen we toch toestemming om hem mee te nemen in de cabine. Na de douane hebben we bij een barretje wat gedronken. De luchthaven van Banjul is modern en ziet er goed uit. Het vliegveld beschikt over een enorm lange start/landingsbaan omdat het één van de uitwijk vliegvelden is voor de Space Shuttle; mocht die, om wat voor reden dan ook, niet in de VS kunnen landen. De vlucht begon weer met een kort vluchtje naar Dakar, daar stapten de meeste passagiers in. Schuin voor ons, aan de andere zijde van het gangpad, kwam een jongen te zitten die waarschijnlijk nog niet eerder had gevlogen. Toen het eten werd uitgedeeld wist hij met de meeste zaken geen raad. Zo zat hij bv het kuipje van de koffiemelk met het koffielepeltje leeg te eten en meer van dat soort dingen. Rond 4:30 ('s nachts!) landden we in Brussel waar we nog een tijd moesten wachten voor onze vlucht naar Amsterdam vertrok. Terwijl we daar zaten (de winkels gaan pas om zes uur open) kwamen we Erica Terpstra tegen die op werkbezoek in Senegal was geweest. Toen de winkels open gingen wilde Hilleke nog wat kopen en daarna zijn we richting douane gelopen. Er bleek een stiptheidsactie te zijn van de Belgische douane dus het schoot allemaal niet op. Zelfs voor inwoners van een Schengen land, zoals wij, werd geen uitzondering gemaakt. Een aantal mensen die achteraan in de rij stonden kwamen opeens langs de rij naar voren, zich daarbij verontschuldigend met de melding: 'Sorry, ik wil er langs want ik moet m'n vliegtuig halen'. Waarop de rest geirriteerd reageerde van 'En waarom denk je dat wij hier in deze rij staan?', en vervolgens sloten ze weer achteraan aan. Gelukkig konden we, na een stevig sprintje, nog net ons vliegtuig halen, de deuren werden na ons gesloten. Het vliegtuig was bijna leeg, een B737 met hooguit 20 passagiers. Na wederom een kort hopje zetten we weer voet op eigen bodem. Het einde van een korte maar erg leuke vakantie in West-Afrika.

Einde